5
mei
2017
3

Kom bij het leger der grijzende slapelozen

‘Val toch in slaap, mens!’ schreeuw je in gedachten tegen jezelf. Maar er is niemand die zich ook maar iets van die kreet aantrekt, in de laatste plaats je eigen zelf. De stilte die ’s nachts zoemend om je heen hangt en de tijd treiterend vooruit duwt totdat er weer een uur voorbij is, het gedraai en gewoel, de gedachten die ’s nachts letterlijk donkerder lijken dan overdag…

’s Nachts lijkt alles erger

‘Ik kon mijn uitknop vannacht niet vinden’, zeg ik vaak na het opstaan als ik wat wit om de neus de ochtend inga. En wat ’s nachts nogal onprettig leek –een dag vermoeid doorploeteren want qua werk moet er iets af en daarna springen er nog wat prepuberale jongetjes door het huis (ik ben laat moeder geworden)– lijkt uiteindelijk toch ook wel mee te vallen. Je komt de dag wel door, ook al ben je moe. En misschien ligt je irritatiegrens door de weinige uurtjes slaap wat lager, bij mij werkt het in zoverre in mijn voordeel dat ik door de vermoeidheidswaas wat sneller kan denken: ‘Pfff, wat maakt het allemaal ook uit’.

Grijze slapeloze dames

Slapeloosheid schijnt regelmatig voor te komen onder vrouwen in de overgang. Daarbij is het ook nog eens zo dat je lichaam aan minder uren slaap behoefte heeft naarmate je ouder wordt. Een optelsom die al snel resulteert in grijzende dames die ’s nachts in bed naar het plafond liggen te staren.

Wat helpt?

Slaap is nooit mijn beste vriend geweest. Juist als ik me fit en vief voel en denk ‘waar is de disco?’ moet ik naar bed. Nu ik ouder word, wordt het er niet beter op. Maar het grote voordeel van alle doorwoelde nachten die achter mij liggen is dat ik er goed mee om heb leren gaan. Na een uur draaien ga ik eruit en kijk het liefst plaatjes in een woontijdschrift (of de Ikea-gids, ha, ha): mijn hersenen vinden bij die droomwereld aan interieurfoto’s geen enkel aanknopingspunt om te gaan piekeren en schieten in een tevreden staat van simpeligheid. Ik slik wat extra kruidvat-slaappilletjes (niet die met melatonine, maar met valeriaan) om mezelf een slaperigheid te placebo-en en kruip daarna weer in bed met de gedachte (en de ervaring) dat ik vroeg of tergend laat wel in slaap donder.

The day after

De volgende ochtend doe ik mijn bril op, breng wat kunstmatige kleur op de wangen en bij het naar buiten gaan een veeg lippenstift op de lippen. Wie weet wordt het een dag om snel ergens achter in de archieven op te bergen, so be it. Maar gelukkig is de kans vrij groot dat de dag weinig zal lijken op hoe ik er de nacht ervoor tegenaan gekeken heb. En hé, ik ben niet alleen. Out there is een heel leger aan pré-, post- en menopausale vrouwen die ook met prikkende oogjes rondlopen.

Leave a Reply