12
okt
2016
2

Obama als sprekend voorbeeld

Uhmmm…, ja…, dan gaan we eh… nu even kijken naar… hé, dit-ding-doet-het-niet (frummelfrummel) oh-ja-toch-wel, we gaan dus kijken naar een filmpje over eh… waar ik het eh… net over had…

En toen zat je publiek uitgebreid te gapen. Herkenbaar? Eh, voor mij wel.

We moeten allemaal wel eens spreken voor een groep mensen. Voor je werk, voor vrienden, familie, vereniging of club. Het kan zijn dat je publiek uit een handjevol toehoorders bestaat, of – oh, horror – een flinke zaal vol. Praktisch iedereen moet wel een brok wegslikken alvorens zijn of haar verhaal te houden. Behalve dan die ene: natuurtalent Obama.

We mogen nog heel even van hem genieten, voordat hij afzwaait als president. En, verdorie, hadden die andere twee presidentskandidaten maar iets meer van zijn spreekvaardigheid. Trump lijkt niet verder te komen dan sukkelige oneliners (‘Stamina! She doesn’t have the stamina!’. Ik had meteen een nieuw engels woord geleerd) en Clinton vertelt alles met een wel heel uitgestreken gezicht en stem.

Obama houdt zijn toespraken simpel, hij beperkt zich tot het allerbelangrijkste. Hij scheidt de hoofdzaken van de bijzaken, zet ze in de goede volgorde en bouwt zijn verhaal er omheen. Om zijn woorden kracht bij te zetten maakt hij veel gebruik van metaforen, bijvoeglijke naamwoorden en tegenstellingen. Om overzicht te bieden, verpakt hij zijn boodschap graag in opsommingen van drie.

En ook al versta je hem niet, dan nog vallen zijn rustige manier van spreken en zijn spreekpauzes op en het feit dat hij niet ‘vlak’ spreekt; er zit muziek in zijn stem.

Als er bij mij iets helpt bij spreken voor een groep(-je) mensen is het wel een goede voorbereiding. Een papiertje met wat steekwoorden als houvast om op terug te vallen in momenten van even de draad kwijt zijn en van tevoren goed weten wat je wil zeggen. Dit laatste houdt in dat je eerst thuis ijverig zit te pennen en zit weg te strepen. De infographic biedt daarbij hopelijk wat steun.

En voordat je het woord neemt, bedenk dan dat er maar weinig mensen zijn die dit zonder enige nervositeit doen. Behalve Obama dan. En misschien is zelfs hij wel eens een tikkeltje zenuwachtig.

Leave a Reply